Ambitie 2: We ontwikkelen op duurzame wijze
We blijven goed toekomstbestendig onderwijs bieden in Amsterdam en omstreken, zodat leerlingen hun bijdrage kunnen leveren aan een duurzame, vitale en rechtvaardige samenleving. Dat doen we ook door zo goed als mogelijk om te gaan met het lerarentekort.
Speerpunt A: We ontwerpen toekomstgericht onderwijs
We onderzoeken hoe we bestaande kaders kunnen doorbreken en het onderwijs wendbaarder en toekomstgerichter kunnen maken.
Duurzaamheid heeft een meerledige betekenis. Het gaat over het creëren van blijvende waarde, over het verlengen van levensduur van gebouwen en goederen, over economisch slimme investeringen en over het samenwerken met maatschappelijk betrokken ondernemingen. Aandacht voor duurzaamheid betekent ook in harmonie zijn met de natuur en de leefomgeving, beperken van milieuschade, het terugdringen van onze ecologische voetafdruk en besparen op energie en schaarse middelen. Als ASKO-organisatie geven we in de huidige context van personeelstekorten bovendien invulling aan duurzame ontwikkeling door te investeren in persoonlijke en professionele ontwikkeling van medewerkers en door het stimuleren van wendbaarheid en mobiliteit. De Inspectie van het Onderwijs benadrukt de noodzaak tot anders denken als het gaat om voldoende en kwalitatief personeel. Om tot structurele oplossingen te komen, wordt gepleit voor taakdifferentiatie en het effectief inzetten van onderwijsassistenten, vakleerkrachten en andere specialisten, zodat leraren meer tijd hebben voor hun kerntaak: onderwijs geven en ontwikkelen.
Om de continuïteit van onderwijs te waarborgen, zullen we zaken anders moeten organiseren. We moeten durven out-of-the-box aan de slag te gaan met een pakket aan maatregelen en daarin onorthodoxe maatregelen te nemen. Samenwerking met kinderopvang en partners voor het inrichten van de rijke schooldag is onontbeerlijk. Het expliciete gebruik van ICT en vormen van hybride onderwijs of onderwijs-op-afstand zijn niet te voorkomen. Noodzakelijke aanpassingen van onderwijstijden mogen geen belemmering vormen. Ook moeten we inzetten op een andere inzet van taken, rollen en verantwoordelijkheden van ons personeel. Dankzij functiedifferentiatie kunnen leerkrachten zich meer focussen op kerntaken, zoals het geven van kwalitatief hoogwaardige instructies en begeleide oefening, terwijl de begeleiding tijdens zelfstandige verwerking van leerlingen bijvoorbeeld ook bij onderwijsassistenten kan komen te liggen. Ook moeten mogelijkheden van groepsoverstijgend werken en de inzet van vakleerkrachten beter onderzocht worden.
Duurzaam ontwikkelen betekent voor onze huisvesting dat we onze plannen voor integrale kindcentra verder gestalte geven, dat we zo veel mogelijk circulair bouwen, de levensduur van gebouwen vergroten, ruimtes efficiënter benutten en energie besparen. En bovenal, dat we onze onderwijshuisvesting kunnen aanpassen aan de veranderende eisen van toekomstgericht onderwijs.
Zo urgent is het
In dit tijdperk van voortdurende verandering komen bestaande zekerheden op losse schroeven te staan. Steeds duidelijker wordt dat de oplossingen die we al kennen, geen soelaas bieden. Het huidige lerarentekort is daar een essentieel voorbeeld van. Om een zo hoog mogelijke kwaliteit van onderwijs te blijven garanderen voor al onze leerlingen, zullen we het onderwijs anders moeten organiseren én de digitale vaardigheden van onze medewerkers nog verder moeten versterken. Dat heeft invloed op rollen, taken, kennis en kunde van professionals, op het leiderschap in de scholen, de manier waarop we het leren organiseren, hoe we samen ontwikkelen en hoe onze schoolgebouwen zijn toegerust. Dralen is geen optie.
Wat hebben we over vier jaar bereikt?
Onze scholen geven op uiteenlopende manieren invulling aan het anders organiseren van onderwijs. We combineren onderwijs en kinderopvang en/of flexibiliseren openingstijden en vakanties. We staan open voor het doorbreken van traditionele vormen van onderwijs, waarin leraren de verantwoordelijkheid voor hun leerlingen delen met collega’s. Denk aan onder meer online lessen, een vierdaagse schoolweek, maatwerkonderwijs, groepsdoorbrekend werken. Daar hoort bij dat we elkaar tijd- en plaats onafhankelijk ondersteunen in het realiseren van hybride onderwijs en dat we ICT nadrukkelijker inzetten. We accepteren dat niet alle lessen in het schoolgebouw worden gegeven en dat schooltijden anders worden ingezet.
Onderwijshuisvesting en de ICT-infrastructuur moeten hier ondersteunend in zijn.
Onze scholen hebben ook onderzocht hoe de inzet van het personeel effectief ingezet kan worden in dat onderwijs. Onze professionals herdefiniëren hun rollen, taken, kennis en kunde en leren structureel van elkaar binnen professionele leerteams. Daarbij betrekken ze waar mogelijk onderwijsondersteunend personeel. Het reguliere functiebouwwerk wordt aangepast met aandacht voor ontzorging van leraren, en door inzet van bijv. stagiaires/LIO’ers/zij-instromers, onderwijsassistenten, vakleerkrachten, externe specialisten en multidisciplinaire teams.
Wat spreken we met elkaar af?
- Het bestuur versterkt de visie op toekomstgericht onderwijs, de identiteit en denominatie van de organisatie en laat zien hoe dat vorm krijgt.
- Het bestuur draagt -met ASKO als toonaangevende organisatie in deze materie- actief bij aan stedelijke en landelijke ontwikkelingen.
- Onze scholen reflecteren op toekomstige ontwikkelingen en ontwerpen navenant nieuwe patronen in de inrichting van het onderwijs.
- Onze scholen onderzoeken daarbij de invoering van een Rijke Schooldag met een educatief aanbod vanuit de wijk.
- Onze scholen reflecteren op de organisatie van het onderwijs en ontwerpen een doelmatig en efficiënt functiebouwwerk.
- Onze scholen geven in hun curriculum aandacht aan het begrip ‘duurzame wereld’.
- Onze scholen zorgen ervoor dat er in nieuwe huisvesting en in bestaande schoolgebouwen zo veel mogelijk duurzame keuzes worden gemaakt (bijvoorbeeld zonnepanelen, led-verlichting, isolatie, ventilatie) die tevens in lijn liggen met andere vormen van onderwijs.
Hoe weten we dat we onze doelen bereikt hebben?
- Het bestuur bevraagt de scholen op toekomstgerichte ontwikkeling en initieert kennisuitwisseling op dit gebied.
- Het bestuur ervaart dat medewerkers en externe partners de ontwikkelingen, de samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheden waarderen en dat deze bijdragen aan oplossingen voor het lerarentekort.