Hij werkte maar liefst 33 jaar in het onderwijs en ook nog eens op dezelfde school. Rob Schimmel neemt dit schooljaar afscheid van montessorischool De Regenboog in Amsterdam Zuid-Oost.
Iedereen die Rob kent weet dat als hij begint te vertellen je niet in een kwartiertje klaar bent. Hij is een gepassioneerd verteller, met een duidelijke visie op het onderwijs. Hij is kritisch, maar lacht graag. Als ik Rob spreek is hij net terug van groep 8-kamp. Een kamp met een pittige groep 8, maar ze hadden hele leuke dagen. “Zo zie je maar hoe belangrijk omgeving is!”, zegt Rob. In januari 1991 kwam hij terecht op De Regenboog. Hij was een van de twee kandidaten die solliciteerde. “De ander kwam niet opdagen”, lacht hij.
Gesprekken met kleinzoon Maria Montessori
Na de HAVO wist hij niet wat te doen. Zijn vader was conciërge, het gezin woonde vlak achter de pedagogische academie. Dan maar naar de Pabo. “Het onderwijs is geen roeping, ik ben erin verzeild geraakt. Na de Pabo ben ik Onderwijskunde gaan studeren in Groningen en vlak voor het afstuderen zat ik vast met mijn studie. Ik werd er wat somber van en kwam terecht bij een therapeut die de kleinzoon van Maria Montessori bleek te zijn! ‘Met een paar weken heb ik je weer op de rails’ zei de therapeut.”
De kleinzoon van Maria Montessori hielp hem steviger in het leven te staan en zijn studie af te maken. “Ik werkte ook op een peuterspeelzaal en ben de “tweejarige montessori-opleiding gaan doen. “
Twee mensen van De Regenboog die de montessori-opleiding ook deden wezen hem op een vacature bij De Regenboog. “De keuze viel op mij, ik was de enige sollicitant. Het was echt afzien in het begin. Ik had weinig ervaring, zat bijna elke avond tot zeven uur op school. Ik begon in de middenbouw en ging na zeven jaar in de bovenbouw werken. In 2000 werd ik adjunct-directeur en toen in 2004 de directeur vertrok werd ik directeur.”
“Het is goed om te kijken wat specifiek bij een kind past.”
Het onderwijs was misschien geen roeping, het boeide hem wel. “Op de Pabo werd ik gegrepen door de ideeën van twee docenten en ben ben ik veel over onderwijsvernieuwingen gaan lezen. De boeken van A.S.Neill over Summerhill School vond ik prachtig en leerzaam. Met veel idealen ging ik het onderwijs in, maar idealen in praktijk brengen is een ander verhaal. In montessorionderwijs is de omgeving heel belangrijk. Wat hebben kinderen nodig, wat heeft dit kind nodig voor zijn ontwikkeling. Kinderen bewegen te weinig en er is steeds meer overgewicht. Hoe zorg je dat kinderen op school veel meer kunnen bewegen, vooral ook spontaan. Wij doen dat door onze steeds groenere buitenruimte bij de lokalen te betrekken. Jongere kinderen kunnen onder werktijd een opdracht buiten doen. Boven de terrassen voor het lokalen hangen luifels met een picknicktafel waar kinderen de hele dag kunnen werken. Stel je voor Neeltje dat jij op het bestuurbureau in één ruimte zit met 30 personen die lopen, praten en doen, dan functioneer je minder dan met rust!
Het montessorionderwijs gaat uit van het volgen van het kind. Je hebt de lijn van de leraar en de lijn van het kind. Je moet vertrekken vanuit de ontwikkelingsbehoefte of de onderwijsbehoefte van kinderen. De verschillen in ontwikkeling waarmee kinderen naar school komen zijn groot, dan kun je dus ook niet alle kinderen hetzelfde programma op hetzelfde moment aanbieden. Hoewel daar denk ik geen speld tussen te krijgen is, is het niet eenvoudig om dit in praktijk te brengen.”
“Een monitor heb je nodig als je aan de hartbewaking ligt.”
“Ik vind dat we waakzaam moeten zijn voor te veel ‘moeten’. Ik hou mijn hart vast voor het onderwijs, waarin zoveel gemonitord moet worden. Een monitor heb je nodig als je aan de hartbewaking ligt, op de IC. We hebben dashboarden met grafieken met resultaten, maar met steeds minder zicht op hoe die gemiddeldes tot stand komen. Dat moet je in het onderwijs niet willen!
Jarenlang sloten we het schooljaar af met een Ouderfeest. Een jaarafsluiting voor kinderen en ouders. Het was groot en kostte ons heel veel tijd om te organiseren. Vorig jaar vroegen we ouders een kleedje mee te brengen, zelf voor wat eten te zorgen, wij verzorgden de muziek. We hoefden weinig te doen, maar we hadden een geweldige afsluiting: een picknick op ons plein. Soms is het niet zo ingewikkeld! Net als in je privé leven moet je ook in het onderwijs niet teveel willen.”
Veranderende rol van besturen
“Ik voelde zeker ruimte bij de ASKO. Ik werk er al lang, ik vind mijn weg wel. We zijn de enige montessorischool bij ASKO. We willen het vaak anders. Ik heb altijd een ingang gevonden, het gesprek kunnen voeren en de ruimte gekregen die we nodig hebben. Schoolbesturen hebben de afgelopen 20 jaar andere taken en verantwoordelijkheden gekregen. Waar de Onderwijsinspectie in het verleden veel actiever en directer toezicht hield op de kwaliteit van het onderwijs in scholen moeten besturen dat nu doen. Er is een ontwikkeling gaande waarin scholen steeds meer medeverantwoordelijk worden op bestuursniveau. En dat terwijl het op veel scholen ‘alle hands aan dek’ is’, onder andere door de grote leraar tekorten en door alles wat van scholen verwacht wordt dat zij doen. Ik vind het belangrijk dat een bestuur ondersteunend werkt en scholen ontzorgt. Leraren moet zich focussen op hun werk met hun kinderen en de ruimte hebben om daar ook zelf invulling aan te geven.”
Over het naderende afscheid
“Het proces van het afscheid is al in volle gang. Josien (Branbergen, directeur) waarmee ik vanaf het begin heb samengewerkt in de directie wordt het nieuwe gezicht van de school. Ik kan het me nog niet goed voorstellen om helemaal niet op school te zijn, maar dat wordt mijn uitdaging. Ik weet hoe fijn het is als mensen bijdragen, dus het kan zijn dat ik in de toekomst ondersteunende dingen ga doen. We gaan het wel zien, misschien dat ik er over een jaar anders over denk.”
Wat te doen tijdens je pensioen
“Ik sport, ik hou van lezen, van bioscoopbezoeken, fietsvakanties samen met mijn vrouw. Veel gaat daar niet in veranderen. Mijn vrouw werkt nog een paar jaar. Ik wil al die vrije tijd even op me af laten komen, ik heb in ieder geval meer huishoudelijke taken.
Nalatenschap in het onderwijs
“Ik ben nuchter. Voor mij is de vraag ‘Hoe vormend is het wat ik of wij als school leerlingen meegeven?’ Het zou mooi zijn dat als een van hen op volwassen leeftijd op het punt staat iets heel doms of verstandigs te doen, de school ergens heeft bijgedragen aan de juiste of goede keuze. “
Tip voor collega’s
“Begin met kijken, observeren en luister naar wat kinderen nodig hebben. En bij alles wat van ons wordt gevraagd als school: houd het simpel.”