Basisschool De Mijlpaal heeft maar liefst vier LIO’ers (Leraren in Opleiding). Anje de Moor, Esther Kelderman, Liane Schuring en Anouk Moleman vertellen over het LIO-schap. Hoe kijken ze terug op de start van dit schooljaar en wat heeft een LIO’er volgens hen nodig om goed te kunnen presteren?
Wat maakt dat je bij De Mijlpaal voor een LIO-plek hebt gesolliciteerd?
Anje: ”Ik wist dat het bij ASKO moest zijn, omdat ik al op 2 andere ASKO-scholen heb gewerkt. De sfeer in die teams was erg goed. Ook waren er mooie bijeenkomsten ASKO-breed, zoals de startdag met alle ASKO-leerkrachten en stagiaires. Daarnaast heb ik de begeleiding op de Universitaire Pabo vanuit Hester Edzes als academisch schoolopleider als enorm prettig ervaren.”
Anouk is het daarmee eens: “Vanuit de opleiding vond ik de begeleiding van ASKO heel fijn. Ik heb sinds mijn tweede studiejaar stagegelopen bij dit bestuur. In mijn tweede jaar kwam ik op De Mijlpaal terecht. Dit beviel zo goed, dat ik heb besloten om mijn LIO hier ook te lopen.”
Het schooljaar is alweer een tijdje gaande. Hoe kijk je terug op de start?
Esther: “Ik moet eerlijk zeggen dat de start voor mij best pittig was. We hebben een redelijk drukke klas die veel duidelijkheid en structuur nodig heeft. Dit is voor mij best een uitdaging omdat dit een ontwikkelpunt van mij is. Vanaf het begin was meteen duidelijk dat deze stage voor mij heel leerzaam gaat worden.”
Liane: “De start is voor mij prettig verlopen. Voor de zomervakantie had ik al contact met mijn mentor en had ik de mogelijkheid om een halve dag mee te draaien in de groep om mijn mentor en de leerlingen te leren kennen. De eerste twee schooldagen hebben mijn mentor en ik samengedaan. Vanaf de tweede week alleen voor de klas vond ik best even spannend, maar ik werd door verschillende collega’s direct ondersteund en geholpen. Mijn mentor en ik hebben duidelijke afspraken gemaakt waar we ons beide aan houden. Hierdoor verloopt onze samenwerking soepel. Ik vind het erg prettig dat ik deze vrijheid en verantwoordelijkheid heb gekregen.”
Ja, je hebt nu de volledige verantwoordelijkheid. Wat vind je een uitdaging in het LIO-schap?
Anouk: “De volledige verantwoordelijkheid is iets nieuws, maar wel iets ontzettends leuks. Het gaat nu niet alleen om de lessen die je geeft, maar om het bredere plaatje. Hier horen ook dingen bij als contact met ouders, registratie in het leerlingvolgsysteem en het overleggen met collega’s. Dit was allemaal nieuw voor mij.”
Liane: “Een uitdaging vind ik het rekening houden met alle specifieke onderwijsbehoeftes van verschillende leerlingen en tijdens mijn instructie of handelen rekening te houden met deze behoeftes. Hoe zorg ik ervoor dat ik elke leerling kan geven wat hij of zij nodig heeft.”
Wat heb je nodig om goed te kunnen presteren?
Anouk: “Wat ik vooral nodig heb van mijn mentor, de schoolopleider en de rest van het team is vertrouwen. Ik vind het fijn om opgenomen te worden in het team en deel uit te maken van het team.”De anderen beamen dat.
Anje: “Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik voornamelijk vertrouwen nodig heb in mijn eigen kunnen. Daarnaast heb ik veel baat bij feedback op mijn lesgeven, omdat ik graag wil groeien en het moeilijk vind als lessen niet verlopen zoals ik wil. Daarnaast vind ik het prettig dat ik tijdens pauzes of werkborrels kan ventileren bij collega’s en voelt het goed dat ik echt onderdeel ben geworden van het team als LIO’er.”
Liane: “Al hoop ik ook dat onze collega’s zich bewust zijn dat we nog lerende zijn. Vandaar dat ik graag hun feedback, suggesties en expertise hoor.”
Hoe ervaar je de begeleiding op school?
Esther: “Er is altijd wel iemand bij wie ik terecht kan. Collega’s denken graag mee in oplossingen en tips, maar zijn ook erg begripvol.”
Liane: “Mijn mentor komt vaak kijken in de klas. Na school bespreken we hoe de dag is gegaan. Mijn mentor geeft mij dan feedback op mijn leerpunten en geeft suggesties over aanpassingen in mijn handelen. Ik vind de manier van feedback geven erg prettig, zo vraagt hij hoe ik mijn handelen had aan kunnen passen bij situaties en pas daarna geeft hij suggesties die ik ook zou kunnen gebruiken. De rest van het team helpt mij door een luisterend oor te bieden, maar ook door eens langs te komen in de klas en te vragen hoe het gaat. Voor mijn gevoel kan ik altijd met problemen of lastigheden bij het team terecht voor hulp.”
Anje: “De schoolopleider is meermaals langsgekomen in de klas om te observeren en mij van feedback te voorzien. De begeleiding van alle teamleden ervaar ik als prettig”.
Is er een verschil met andere stages op andere scholen/bij andere besturen?
Anouk: “Binnen de ASKO heb ik gemerkt dat de scholen erg op één lijn liggen en dat de begeleiding van studenten een belangrijk onderdeel is. Op alle scholen binnen de ASKO heb ik me prettig gevoeld. Bij andere besturen heb ik overigens ook ontzettend leuke stages gehad, maar daar waren dingen gewoon net iets anders geregeld.”
Anje: “Toch zie ik tussen de scholen ook verschillen. De populatie van de scholen is natuurlijk anders per school, wat het lesgeven ook anders maakt. De focus ligt soms op andere punten. Ook de manier waarop het team omgaat met LIO’ers en stagiaires verschilt per stage die ik tot nu toe heb gehad. Op De Mijlpaal voel ik mij gezien en welkom. Daarnaast vind ik het prettig dat de schoolopleider bij ASKO ook daadwerkelijk op school werkt en niet vanuit het bestuur komt, waardoor het laagdrempelig is om afspraken te maken en je gevoelens te uiten over de stages.”
Tot slot: waar word je blij van als LIO-er?
Dat blijkt een makkelijke vraag om te beantwoorden. Alle vier zeggen ze blij te worden van de band die ze nu met de leerlingen opbouwen. Ook het zien dat leerlingen het naar hun zin hebben, hoe ze de klas binnenstormen met een grote lach en de stappen die ze vooruitzetten wordt benoemd. Maar er is meer. Anje: “Buiten het lesgeven om vind ik het prettig dat ik onderdeel ben van het team en dat ik ook altijd uitgenodigd word voor studiedagen, weekendjes weg, teamborrels en andere leuke activiteiten.”