In deze paragraaf wordt vanuit een aantal cijfermatige exercities een toelichting gegeven op de financiële continuïteit van ASKO. In 2023 was het resultaat van ASKO negatief. De oorzaak voor deze afwijking wordt in dit hoofdstuk toegelicht. In 2023 heeft ASKO van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen middelen ontvangen uit het Nationaal Programma Onderwijs ontvangen. Verderop in dit verslag wordt de inzet van de NPO-middelen toegelicht. Ook kondigen we in dit verslag een stelselwijziging aan per 1 januari 2024, waarbij groot onderhoud geactiveerd gaat worden en niet meer wordt gedoteerd in een voorziening.

3.1. Ontwikkelingen in meerjarig perspectief

In deze paragraaf wordt vanuit een aantal cijfermatige exercities een toelichting gegeven op de financiële continuïteit van ASKO. In 2023 was het resultaat van ASKO negatief. De oorzaak voor deze afwijking wordt in dit hoofdstuk toegelicht. In 2023 heeft ASKO van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen middelen ontvangen uit het Nationaal Programma Onderwijs ontvangen. Verderop in dit verslag wordt de inzet van de NPO-middelen toegelicht. Ook kondigen we in dit verslag een stelselwijziging aan per 1 januari 2024, waarbij groot onderhoud geactiveerd gaat worden en niet meer wordt gedoteerd in een voorziening.

3.2. Staat van baten en lasten en balans

Staat van baten en lasten

staat_van_baten_en_lasten.png

In 2023 heeft ASKO een resultaat van -/- € 3,6 mln. behaald. Hierbij is zichtbaar dat de baten hoger zijn dan begroot (€ 6,1 mln). Deze hogere baten zijn ingezet in personeel. De afwijking in de personeelskosten is echter hoger (€ 3,9 mln), dat wordt veroorzaakt door de inzet van de extra baten. Hierbij is zichtbaar dat er meer personele formatie is ingezet dan oorspronkelijk begroot. Dit komt deels door de grotere inzet vanuit de NPO-bestemmingsreserve in extra personele ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hadden (€ 2,3 mln.). Hiernaast zijn er door verzuim of onvervulbare vacatures extra externe medewerkers ingehuurd, die niet binnen de begroting konden worden gedekt (€ 1,9 mln). Het hoge verzuim en het lerarentekort speelde de scholen duidelijk parten, naast de nobele gedachte van schoolleiders om leerlingen na coronatijd niet opnieuw te vaak naar huis te sturen. Daarentegen zijn de energielasten lager dan in de begroting van 2023 (€ 0,5 mln), wat zichtbaar is in de huisvestingslasten.

Ten opzichte van 2022 is het resultaat € 1,6 mln lager. Hierbij zijn zowel hogere baten als hogere kosten zichtbaar. De hogere rijksbijdragen OCW worden voornamelijk veroorzaakt door de indexatie voor de CAO-verhogingen in 2022 en 2023 en door de korting op de reguliere bekostiging die ASKO in 2022 heeft ontvangen (gezamenlijk € 5,4 mln). In de kosten zijn voornamelijk de hogere personeelslasten (zie hierboven) (€ 5,7 mln t.o.v. 2022) en hogere huisvestingslasten (ca. € 1 mln) zichtbaar. De huisvestingslasten zijn in de realisatie 2023 hoger dan in 2023. Dit wordt veroorzaakt door hogere energielasten (491k) en hogere lasten voor groot onderhoud ( € 378k) in 2023.

De exploitatie vanuit de meerjarenbegroting wordt beïnvloed door de keuze van het bestuur om vanaf 1 januari 2024 het groot onderhoud te activeren en af te schrijven, in plaats van te doteren in een voorziening dat tot en met 2023 gebruikelijk was. Dit is zichtbaar in het resultaat van de begroting. Doordat de afschrijvingslasten van het geactiveerde groot onderhoud de eerste jaren lager zijn, heeft dit een positieve impact op het begrote resultaat. In 2024 heeft dit de volgende impact op de begroting:

impact_activeren_asko.png

In de komende jaren stuurt het bestuur op het versterken van de algemene reserve. Dit wordt gerealiseerd door te begroten op een resultaat van 1% van de rijksbekostiging. In de jaren 2025 t/m 2027 is dit (exclusief de impact van het activeren) zichtbaar. Voor ASKO is 2024 een kanteljaar, waarin gewerkt wordt aan het passend maken van de personele bezetting. Dit gebeurt door richtlijnen voor het functiebouwwerk op schoolniveau te definiëren, door incidentele subsidies niet in de basisformatie op te nemen en door het strakker sturen op het werken conform de (school)begroting.

Balans in meerjarig perspectief
meerjarig_perspectief.png
In 2023 is een daling zichtbaar van de liquide middelen: dit wordt veroorzaakt door een lager resultaat en het inzetten van de NPO-bestemmingsreserve. Dit resulteert in een lager eigen vermogen. Hiernaast is zichtbaar dat de kortlopende schulden lager zijn, door minder vooruit ontvangen subsidies en investeringssubsidies. Ook dit is een oorzaak voor de daling in de liquide middelen.

Vanaf 2024 is de meerjarenbegroting van ASKO opgesteld inclusief de KBA-scholen. Dit is zichtbaar in alle posten van de balans. Hiernaast is in de balans zichtbaar dat ASKO kiest voor het activeren en afschrijven van het groot onderhoud. Hierdoor daalt de oorspronkelijke onderhoudsvoorziening en stijgt het eigen vermogen. In de komende jaren stijgt de materiele vaste activa door het activeren van het groot onderhoud. De komende jaren gaat voor drie scholen een nieuw bouwtraject starten. Deze nieuwbouw wordt gefinancierd vanuit de gemeente; het bouwheerschap ligt bij ASKO.

Toelichting bij de balans inzake beroepsprocedure wegvallen van de vordering OCW
Per 1 januari 2023 is de bekostiging van het primair onderwijs na wetswijziging vereenvoudigd. Daarmee is de bekostigingssystematiek gewijzigd.

Bij de overgang van de oude naar de nieuwe bekostigingssystematiek zijn schoolbesturen door de regelgeving en besluitvorming van de minister met een financieel nadeel geconfronteerd. Waar de schoolbesturen in een (school)jaar normaal gesproken 100% aan bekostiging ontvangen, is dat in de overgang naar de nieuwe bekostigingssystematiek circa 93% voor het schooljaar 2022/23. Schoolbesturen in de PO-sector werden daardoor in de periode augustus tot en met december 2022 door de minister met circa 7% gekort op hun bekostiging. Hierover loopt via de PO Raad een rechtszaak. Een uitspraak wordt in 2024 verwacht.

Dit financieel nadeel komt voor ASKO neer op € 2,7 mln. Dit bedrag is -evenals vorig jaar- niet als vordering op de balans per 31 december 2023 opgenomen. ASKO heeft de keuze gemaakt om het tekort in bekostiging vanuit de reserve te financieren, om op deze wijze de kwaliteit van onderwijs te waarborgen.

3.3. Financiële positie

financiele_positie.png

Over 2023 heeft ASKO geen bovenmatig eigen vermogen. Het normatief eigen vermogen voor ASKO is € 12.651.590. Het eigen vermogen van ASKO, rekening houdend met het privaat eigen vermogen, bedraagt € 1.217.516. Dit betreft een reservepositie van 0,10.

In 2023 zien we een daling van de kengetallen als gevolg van het lagere resultaat, waarbij de kengetallen wel binnen de gestelde normen blijven. In de meerjarenbegroting is ingezet op een versterking van het weerstandsvermogen. Dit is ook zichtbaar in de kengetallen. De kengetallen worden hierbij ook beïnvloed door de bestuursoverdracht van KBA en de nieuwe manier van het verwerken van het groot onderhoud.

Ondertekening door bestuur
Amsterdam, 11 juni 2024 Amsterdam, 11 juni 2024

Willem Kuijpers
College van bestuur

Steven Tan
College van bestuur

Bijlagen:
- Overzicht scholen met leerlingen aantallen
- Verslag intern toezicht 2023
- Jaarrekening 2023