Onze columnist Jasper Schagen, leerkracht op de Archipel, heeft op de valreep van de meivakantie nog iets met ons te delen
Trots
Het is inmiddels meivakantie. Eindelijk, denken veel kinderen van onze scholen waarschijnlijk. En veel van onze collega’s zullen het daar mee eens zijn. Ik zal ook niet ontkennen dat ik bij die groep hoor: ik geniet van het weer, van een stedentripje en vooral van het grote nietsdoen. Dat wil niet zeggen dat ik niet heb genoten van mijn werk de afgelopen weken. Met regelmaat overheerste er een gevoel van trots bij mij. Een van die momenten was op de ASKO studiedag. Wat waren we met veel, wat was het goed georganiseerd en hoe mooi is het dat zoveel werknemers van de ASKO zelf een workshop gaven? Een deel van die mensen stond onlangs nog op het Malieveld in Den Haag of liet op een andere manier onvrede blijken over het Nederlandse onderwijsbeleid, maar staat tegelijkertijd nog pal voor het werk dat hij of (voornamelijk) zij doet, heeft hart voor het vak en is bereid de handen uit de mouwen te blijven steken om de wereld een stukje mooier te maken. Het klinkt misschien wat idealistisch, maar dat moet je als leerkracht denk ik ook zijn. En trots dus. De inhoud en de gedachte van de studiedag leverden mij een hoop inspiratie op. Enige smetje was dat ik de aangekondigde bitterballen en kroketten heb gemist. Volgend jaar een plekje dichter bij de frituur zoeken.
Diezelfde trots kwam op een heel ander vlak naar boven. Het zal jullie misschien niet verbazen als je mijn vorige column hebt gelezen en hebt onthouden dat ik voetbalfan ben. Nee, Ajax-fan. Dat is tegenwoordig meer dan voetbal. Het was dan ook heerlijk om na het ASKO-volleybaltoernooi (weer zo’n trotsmomentje!), waar onze beide teams onterecht net naast de titel grepen, de wedstrijd met vele ASKO-collega’s te kijken. Wat een avond was dat. Ik bied bij deze nog mijn excuses aan alle aanwezigen aan voor het veel te hard en vals meezingen van ‘Dit is mijn club’ na de wedstrijd. De volgende dag heb ik in de klas Ajaxmuziek op repeat aangezet. Dat kon op veel goedkeuring rekenen.
Ik hoop dat iedereen die begin mei deze column leest (niet eerder! Het is vakantie!) ook even stilstaat bij waar we met z’n allen trots op kunnen zijn. Even niet bezig zijn met wat niet lukt, waar geen tijd voor is of waar we volgens de recente Staat van het onderwijs hard aan moeten trekken. (Ik las overigens in een interview over dat rapport dat we ‘heel goed zijn in het gemiddelde vasthouden.’ Ik ben er nog steeds niet uit wat dat betekent.) Mocht iemand dit toch al lezen voor het eind van de vakantie: Ik wens jullie nog heerlijke vakantiedagen en trotse laatste weken van het schooljaar!
Oh, en de enige Feyenoorder in mijn klas? Die was ik tijdens mijn triomfochtend toch even tien minuten kwijt. Bleek zich te hebben opgesloten in de kast. Ik heb nog tweeëneenhalve maand om hem weer op het goede spoor te zetten.